Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zeide Elia tot het ganse volk: Nadert tot mij. En al het volk naderde tot hem; en hij heelde het [51]altaar des HEEREN, dat verbroken was. 51. Hetwelk hij tevoren gemaakt, en de profeten Baals met hun springen verbroken hadden. Zie boven, vs.-1;26.